Nadat ze zich zacht in slaap had geweend, donkere gedachten tollend door haar hoofd tot rust probeerde te brengen , woelend de nacht doorbracht en veel te vroeg weer de ogen opende, rolden de tranen opnieuw over haar wangen.
Jana liep langzaam naar de badkamer.
Ze moest zich klaarmaken om te gaan werken, maar haar schouders en armen voelen als lood, ze is zo moe. Haar rug doet pijn, nek is stijf en hoofdpijn belet haar de ogen ver te openen.
Terwijl ze de haren droogt wordt het lijstje "to do" al overlopen en neemt de spanning toe.
Een krop in de keel belet haar een ontbijt te nemen. Koffie is voldoende zegt ze.
De dokter had haar echter al gewaarschuwd niet te veel van dat zwarte goud tot zich te nemen.
Die pijn in de borst, hogere bloeddruk en hartkloppingen af en toe, nemen geen vreugde met dit pure stuff.
Haar partner Simon overschouwt het geheel en moedigt haar aan toch eens langs de dokter te gaan en vandaag ziek te melden.
Als een leeuw in een kooi brult ze het uit.
Wie zou dan haar taken overnemen, voor de mensen zorgen, de facturen klaar maken, de boekhouding doen, het uurrooster samenstellen, de dokters ontvangen, medicatie bestellen en de vergadering bijwonen ?
Jana is immers verpleegkundig diensthoofd op de afdeling voor ouderlingen met een handicap in het zorgcentrum om de hoek. En daar kan ze echt niet gemist worden vandaag. ( en morgen, ...)
Reeds meer dan 10 jaar delen de bewoners hun lief en leed toe aan haar steeds luisterend oor.
Haar liefde voor de mens en haar vak maakten van haar de sociale, warme en geduldige dame die steeds het comfort van haar mensen hoog in het vaandel draagt.
De laatste jaren werd het echter moeilijker en moeilijker om de dienst draaiende te houden.
Ziekteverzuim, personeelsverloop, steeds meer administratie en deadlines eisten haar krachten en energie op.
Soms viel ze ook nog in voor haar collega's wanneer die door een noodgeval niet konden aanwezig zijn en er geen vervanging meer mogelijk was.
Zwaar, maar niet te veel voor haar.
Althans niet in haar hoofd.
Ze was immers gewend weinig slaap te genieten sinds de komst van haar twee lieve kleine dochtertjes. 4 en 7 zijn ze nu. Loesje en Hannelore.
Hannelore zit al in het eerste leerjaar en wil altijd de beste zijn.
Ze vraagt mama alle dagen haar lesjes af te vragen en te corrigeren.
Loesje went al aardig aan de kleuterschool maar wil vooral voetballen met de jongens en crossen met de driewielers op het schoolpleintje.
Thuis stil voor de Tv zitten is niet aan haar besteed tenzij ze papa kan komen pesten wanneer die languit op de bank ligt, na een dag zware arbeid.
Plots gaat het licht uit.
Een doffe plof klinkt.
Het is alsof iets op de grond valt.
Wanneer Simon komt aangelopen ziet hij Jana lijkbleek op de grond liggen.
"Jana, Jana, wat gebeurd er ? Hoor je mij ? Jana ? "
Jana hoort Simons stem in paniek haar naam roepen.
Het lijkt alsof haar lichaam ontwaakt vanaf haar tenen, voeten naar boven over haar benen naar haar lichaam om dan uiteindelijk in haar hoofd haar ogen te openen.
"Het gaat wel" zegt ze schril. "Het gaat wel, het is niets".
"Ik werd opeens een beetje draaierig".
Terwijl ze zich met moeite van de grond raapt en overeind kruipt rollen de tranen naar beneden.
Ze huilt en huilt.
Snikkend probeert ze te zeggen : " ik kan niet meer"
"Help mij"
"Ik denk dat ik een burn-out heb".
Jana liep langzaam naar de badkamer.
Ze moest zich klaarmaken om te gaan werken, maar haar schouders en armen voelen als lood, ze is zo moe. Haar rug doet pijn, nek is stijf en hoofdpijn belet haar de ogen ver te openen.
Terwijl ze de haren droogt wordt het lijstje "to do" al overlopen en neemt de spanning toe.
Een krop in de keel belet haar een ontbijt te nemen. Koffie is voldoende zegt ze.
De dokter had haar echter al gewaarschuwd niet te veel van dat zwarte goud tot zich te nemen.
Die pijn in de borst, hogere bloeddruk en hartkloppingen af en toe, nemen geen vreugde met dit pure stuff.
Haar partner Simon overschouwt het geheel en moedigt haar aan toch eens langs de dokter te gaan en vandaag ziek te melden.
Als een leeuw in een kooi brult ze het uit.
Wie zou dan haar taken overnemen, voor de mensen zorgen, de facturen klaar maken, de boekhouding doen, het uurrooster samenstellen, de dokters ontvangen, medicatie bestellen en de vergadering bijwonen ?
Jana is immers verpleegkundig diensthoofd op de afdeling voor ouderlingen met een handicap in het zorgcentrum om de hoek. En daar kan ze echt niet gemist worden vandaag. ( en morgen, ...)
Reeds meer dan 10 jaar delen de bewoners hun lief en leed toe aan haar steeds luisterend oor.
Haar liefde voor de mens en haar vak maakten van haar de sociale, warme en geduldige dame die steeds het comfort van haar mensen hoog in het vaandel draagt.
De laatste jaren werd het echter moeilijker en moeilijker om de dienst draaiende te houden.
Ziekteverzuim, personeelsverloop, steeds meer administratie en deadlines eisten haar krachten en energie op.
Soms viel ze ook nog in voor haar collega's wanneer die door een noodgeval niet konden aanwezig zijn en er geen vervanging meer mogelijk was.
Zwaar, maar niet te veel voor haar.
Althans niet in haar hoofd.
Ze was immers gewend weinig slaap te genieten sinds de komst van haar twee lieve kleine dochtertjes. 4 en 7 zijn ze nu. Loesje en Hannelore.
Hannelore zit al in het eerste leerjaar en wil altijd de beste zijn.
Ze vraagt mama alle dagen haar lesjes af te vragen en te corrigeren.
Loesje went al aardig aan de kleuterschool maar wil vooral voetballen met de jongens en crossen met de driewielers op het schoolpleintje.
Thuis stil voor de Tv zitten is niet aan haar besteed tenzij ze papa kan komen pesten wanneer die languit op de bank ligt, na een dag zware arbeid.
Plots gaat het licht uit.
Een doffe plof klinkt.
Het is alsof iets op de grond valt.
Wanneer Simon komt aangelopen ziet hij Jana lijkbleek op de grond liggen.
"Jana, Jana, wat gebeurd er ? Hoor je mij ? Jana ? "
Jana hoort Simons stem in paniek haar naam roepen.
Het lijkt alsof haar lichaam ontwaakt vanaf haar tenen, voeten naar boven over haar benen naar haar lichaam om dan uiteindelijk in haar hoofd haar ogen te openen.
"Het gaat wel" zegt ze schril. "Het gaat wel, het is niets".
"Ik werd opeens een beetje draaierig".
Terwijl ze zich met moeite van de grond raapt en overeind kruipt rollen de tranen naar beneden.
Ze huilt en huilt.
Snikkend probeert ze te zeggen : " ik kan niet meer"
"Help mij"
"Ik denk dat ik een burn-out heb".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten