Anne werkte reeds vele jaren als bediende.
Na haar schoolse opleiding en enkele jaren stagiaire te zijn geweest,
starte ze haar loopbaan bij haar huidige werkgever als onthaalsecretaresse.
Nooit heeft ze geklaagd. Nooit opslag gevraagd. Nooit verzuimt.
Ze kreeg promotie na 10 jaar en een vaste taak.
Ooit was haar zelfs beloofd om hoofd te worden van haar afdeling,
maar de economische crisis stak hier een stokje voor.
Het budget liet het niet toe, werd haar toen meegedeeld.
Vandaag denk ze in alle stilte aan haar naderend pensioen.
Nog even en dan.....
Door de jaren kende haar job vele veranderingen.
Van floppy disk, naar magneetband, diskette, harde schijf, usbstick en dra naar de "Cloud".
Vele collega's kwamen .... en gingen.
Soms met pensioen, anderen door ontslag, een paar door ziekte en enkele die het leven lieten.
Elk afscheid bracht verandering.
Nu, de laatste jaren voelde ze zich alleen.
Soms onbegrepen.
Respect van anderen leek een brug te ver.
Haar taak deed ze nog steeds met de beste intenties,
en vorig jaar leerde ze nog de nieuwste programma's.
Toch leken haar nieuwe jongere collega's haar niet te appreciëren.
Kwam het door de leeftijd, de ervaring of ...... kon ze hen niet altijd begrijpen?
Kon ze door die nieuwe wind die sinds enige jaren door het bedrijf blies,
de hedendaagse patronen niet meer snappen en volgen?
Soms had ze het gevoel dat men van haar af wou.
Plaats maken voor jonge krachten, of gewoon helemaal geen.
Dat zou een stuk schelen in de administratiekosten.
Zo een oude rot met anciënniteit tegen een schoolverlater, dat scheelde.
Of misschien kon een nieuweling het er wel bij nemen.
Zo denkt men althans.
De dagen werden maanden en jaren verstreken.
Het ging allemaal zo snel , alsof het gisteren was.
Meer dan 25 jaar, floep weg.
Als vijftiger sta je daar niet altijd bij stil, maar kleine kwaaltjes steken de kop op.
Vandaag hier, en morgen daar.
Wat is dat toch ?
Lachend zegt ze dikwijls tegen haar buur : " vroeger he, vroeger kon ik over een tafel springen"
en nu .... " kruip ik eronderdoor, en met veel moeite, want mijn knieën doen pijn en mijn rug wil ook niet meer zo ver plooien", " maar ik kan nog goed dansen hoor !
Wekelijks zat ze op de dansschool.
"Beweging, dat is goed voor je, je hebt er vele spieren voor nodig om te dansen" gaf ze aan.
"Een mens moet toch iets doen en je leert er nieuwe mensen kennen", "toffe bende".
En dan, in de vroege morgen, met boterhammen in een doos, reed ze richting job.
Dat vroeg opstaan, dat werd ook zwaar. Tegen het einde van de week voelde ze zich echt heel moe.
En dan, dat gebouw, die deur, dat kantoor.
Een koude, lege ruimte, met enkele printers, scanners, schermen en tafels.
Niet met tegenzin, maar angst wandelde ze binnen.
Angst om "wat zal het vandaag wel zijn?"
Angst om geen respect meer te genieten, angst om niet meer te voldoen aan "hun" eisen,
angst voor een ontslag, en dan liefst zonder sociale voorziening, angst om die baby, dat figuurlijke kind dat ze daar grootbracht, te verliezen, te moet afstaan. Angst om wat zij heeft gecreëerd te zien teloor gaan.
Angst.
"Laat het los" zeiden haar beste vrienden.
"Geniet van het leven. Je leeft niet om te werken hoor !".
Maar toch ...
Het voelde alsof haar hele leven voor niets was geweest.
Geen betekenis had. Waardeloos in de blik van de vernieuwing.
De regen tikt tegen het raam naast haar in haar office.
Alles kleurde grijs en grauw.
Iets in haar ging dood.
Anne werd ziek.
Op een morgen kon ze niet meer goed ademen.
In haar keel voelde het alsof de doorgang van een trechter steeds kleiner werd
en pulp een krop vormde die ervoor zorgde dat speeksel traag insijpelde.
Een zeef met te kleine gaatjes.
Haar hart bonste tegen haar borst.
Haar hoofd tolde.
"Ik mag niet flauw vallen" dacht ze.
Ze ging zitten op het bed.
Het werd donker.
Wanneer Anna besefte dat ze even bewusteloos was geweest.
Belde ze eerst haar oversten en lichte hen in, dat ze vandaag zich niet zo goed voelde en snel naar de dokter ging. Misschien kon ze in de namiddag wel terug komen.
Daarna maakte ze snel een afspraak bij de dokter.
"Kom tegen kwart voor twaalf maar even langs" nodigde de assistente haar uit.
De klok tikte de wachttijd weg, haar gsm gaf het verlossende seintje om te vertrekken.
Het verdikt was zwaar. Burn-out.
"Wat is dat ?". "Stress". "Hoe komt dat nu ?" vroeg ze verward.
"Hoe kan dat nu ? Ik ben helemaal niet neerslachtig of depressief hoor !"verklaarde ze aan de dokter.
"En wat nu ? Thuisblijven? Hoe lang? Dat meen je niet. Ik kan mijn werk toch zomaar niet achterlaten. Ik heb nog veel te doen. En volgende week nog een afspraak met de technieker voor onderhoud van onze printers. Wat gaat mijn bazin wel zeggen. Die kan daar niet meer lachen.
"Burn-out dat bestaat niet, dat zijn profiteurs" zegt ze altijd. "Die werken gewoon niet graag en blijven thuis op de kosten van anderen, ze amuseren zich, gaan op reis en genieten van hun vrijheid." ...
Het advies was echter formeel. Rust en ontspannen.
Dagelijks zijn er mensen in deze omstandigheden.
Mensen die angst hebben te herstellen.
Loyale werknemers die zichzelf door onwetendheid, sociale druk, verwaarlozen en ziek worden.
Ondanks media-aandacht, ontspanningsmogelijkheden en aanbod tot preventie, zijn er nog steeds mannen en vrouwen, ongeacht de leeftijd, die de stap tot voorkomen of inzicht tot herstel niet tijdig zetten.
Overmatige en langdurige stress vernietigd en ondermijnd hun gezondheid en hun geluk.
Angst voor het onbekende, angst voor sociale verwerping, jaloezie en kritiek, zorgen ervoor dat deze mensen de stap naar hulp niet zetten voor het te laat is.
De drempel lijkt steeds te hoog...